De Noordelijke en Zuidelijke Dynastieën

De Zuidelijke en Noordelijke Dynastieën (420 – 589 n. Chr.) was een periode van grote beroering. Verschillende generaals kregen controle over een verdeeld China en ieder van hen heerste gedurende verschillende decennia. Uiteindelijk waren ze niet in staat om de machtsoverdracht aan hun erfgenamen te verzekeren, en dus faalden ze om een langer durende dynastie te vestigen of om China te verenigen. Op hetzelfde moment was dit een actief tijdperk voor de verspreiding van het Boeddhisme en Boeddhistisch - geïnspireerde kunst in China.

Na de bloedige periode van de Drie Koninkrijken, herenigde de Krijgshaftige Keizer rond 265 China, en vestigde hij de Westerse Jin Dynastie. Uiteindelijk heeft innerlijke strijd aan het keizerlijk hof de Westerse Jin kwetsbaar gemaakt voor invasies door nomadische stammen uit het noorden. De overheid verhuisde naar Nanjing en vestigde de Oostelijke Jin Dynastie ten zuiden van de Yangtze Rivier. In 420 onttroonde de oorlogskrijgsheer Liu Yu de keizer en stichtte hij de eerste politieke entiteit in een reeks van Zuidelijke Dynastieën. De volgende 150 jaar zou de macht over de zuidelijke regio’s van China voortdurend van handen veranderen tussen drie families.

Ondertussen leden de regio’s ten noorden van de Yangtze onder muiterij door niet - Han Chinese burgers, en de vestiging van minstens 16 kleine koninkrijken. Mongoolse stammen genaamd Xianbei, veinsden de macht en vestigden de Noordelijke Wei Dynastie, welke ongeveer een eeuw duurde. Na zijn val veranderde de macht in de korte periode van 534-581 vier keer van handen.

Hoewel vele van de mannen die de macht grepen tijdens de Zuidelijke en Noordelijke Dynastieën uit etnische minderheidsgroepen kwamen, assimileerden ze snel met de Han cultuur. Het meest prominente voorbeeld van dit proces was tijdens het bewind van Keizer Xiaowen van de Noordelijke Wei (467-499). Hij verhuisde de hoofdstad naar Luoyang, de keizerlijke spil van verschillende eerdere Chinese dynastieën. Van daaruit gebruikte hij verschillende orders die systematische adoptie vereisten van elementen van de Chinese cultuur.

Hij keurde een bevelschrift goed dat van alle Xianbei inwoners vereiste dat ze Han voornamen hadden, waarbij hij zelf de voornaam Yuanin aannam in plaats van zijn etnische naam Tuoba. Hij beval zijn volk om Han kledij te dragen en om de Han taal te spreken, en moedigde hen aan om huwelijken aan te gaan met Han families die grond bezaten. In openbare aangelegenheden raadpleegde Keizer Xiaowen de wetten van zuidelijke Han - bestuurde dynastieën om het Noordelijke Wei bestuur te controleren.

De periode van de Noordelijke en Zuidelijke Dynastieën bevorderde grote ontwikkelingen van de Boeddhistische religie. De Yungang Grotten in de provincie Shanxi – een reeks schitterende  grotten die meer dan 51.000 Boeddhistische beelden bevatten – werden gebouwd en gebeeldhouwd onder het Noordelijke Wei bestuur en worden beschouwd als één van de Vier Grote Grotten van China. De fysieke kenmerken en houdingen van de beelden vertonen voor de hand liggende buitenlandse invloeden, waaronder ronde gezichten, diepe ogen en hoge neusbruggen. Na de assimilatiemaatregelen van Keizer Xiaowen, kregen de beelden die in latere tijdperken werden gecreëerd, meer Hanachtige fysieke trekken en klederdracht.

Tegen het begin van de zesde eeuw reisde de Indische monnik Bodhidharma naar China en werd hij ontvangen door Keizer Liang Wudi, die een sympathisant van het Boeddhisme was. Hun korte ontmoeting bleek onsuccesvol te zijn, en dus zette Bodhidharma zijn reis verder om zijn legendarische oversteek te maken over de grote Yangtze Rivier terwijl hij op een rietstengel stond. Nadat hij arriveerde bij Mount Song nabij de bekende Shaolin Tempel, ging Bodhidharma een grot binnen om gedurende negen jaar in trance te mediteren. Bij het bereiken van verlichting, stichtte Bodhidharma de school van het Zen Boeddhisme. Zen Boeddhisme kreeg geleidelijk aan een bepalende impact op de Confucianistische theorieën en Aziatische religie in het algemeen.

Terwijl de monniken mediteerden, ging de strijd om het beginsel van tian xia, of “allen onder de hemel”, verder. Keizer Wen van Sui versloeg in 581 Keizer Jing van het Noordelijke Zhou en stichtte  de Sui dynastie. De Sui legers trokken vervolgens verder zuidwaarts, en veroverden de zuidelijke regio’s en herenigden China na 300 jaar van verdeeldheid en oorlog. Enkele decennia later begon de Tang Dynastie, welke één van de meest stabiele en glorieuze tijdperken inluidde van de Chinese geschiedenis.