Jaar van het Paard: China's hemelse paarden
Wat is rood en wit en kwam overal? Het antwoord ligt verstopt in een traditionele Chinese uitdrukking: 馬到成功 (mǎ dào chéng gōng). Het is een uitdrukking voor “direct succes” die letterlijk betekent: “paarden arriveren, en met hen succes”.
Paarden zijn een serieuze zaak. Ten minste dat was het in het China van vroeger. Van veldslagen tot banketzalen, van alledaagse taken tot mythische verhalen, in de schijnwerpers van de Chinese geschiedenis kwamen de talenten van paarden tot bloei.
Oorlogspaarden
Tijdens de Han dynastie (206 v. Chr.-220 na Chr.) was China vaak in oorlog met naburige nomadische stammen en vooral met de Xiongnu in het Noorden. De Xiongnu, beter bekend als de Hunnen, bezaten een verschrikkelijke strijdmacht ter paard die de keizerlijke krachten alleen met een eigen cavalerie konden evenaren.
Helaas was het oostelijk gedeelte van het keizerlijk China beter geschikt om rijst te verbouwen dan om paarden te houden en dus moest de keizerlijke cavalerie haar oorlogspaarden importeren – vaak van nomadische stammen die bevriend waren met hun vijand de Hunnen.
In 104 v. Chr. was de Han dynastie Keizer Wu de drie decennia lange oorlog tussen het Han volk en de Hunnen beu. Hij stuurde een enorme militaire campagne met goud en soldaten naar Ferghana (bijna 4.800 km verderop in centraal Azië) om de beroemde Ferghana paarden te kopen.
Deze paarden waren sterker, sneller en groter dan welk Chinees paard dan ook: ze stonden in die tijd bekend als de beste paarden. Zij hadden de vreemde gewoonte bloed te zweten als ze renden, hetgeen hun mysterieuze uitstraling versterkte. Ze werden ook wel “vliegende” of “hemelse paarden” genoemd.
Helaas was de Koning van Ferghana zo’n paardenliefhebber dat hij weigerde zijn rossen te verkopen. Heftige woorden werden gewisseld en nadat deze koning de Chinese ambassadeur had geëxecuteerd, verbitterden de onderhandelingen snel. De vier jaar durende strijd die volgde ging de geschiedenis in als de Oorlog van Hemelse Paarden, en zag de troepen van Keizer Wu als winnaars uit de bus komen. Ze verlieten Ferghana en reisden terug naar China met 3000 paarden, waarvan er slechts 1.000 de reis overleefden, om vervolgens nog een decennium door te vechten met the Xiongnu. (Om een lang verhaal kort te maken, ook deze oorlog wonnen ze.)
Pogingen om deze toppaarden te fokken hadden in het thuisland gemengde resultaten, dus was geregeld importeren nodig om de kudde in stand te houden. De reeks van heersers die volgden, bleef zijde en thee verhandelen voor paarden langs een uitgestrekte handelsroute die later bekend zou worden als de Zijde Route.
Dansende paarden
De oud Chinezen hadden een enorme voorliefde voor deze superieure hengsten. Keizer Wu schreef persoonlijk een ode aan hen en paarden werden een populair onderwerp voor schilderijen en beeldhouwwerken. De schilder Han Gan uit de Tang Dynastie (618-906 ) werd zelfs beroemd door enkel paarden te schilderen.
Het duurde niet lang voordat de paarden zelf werden uitgenodigd het feest bij te wonen. Dansers in de Han dynastie voerden voor een bewonderend publiek kunstjes en acrobatische technieken op, staande bovenop galopperende paarden. (Over “klassieke Chinese dans naar nieuwe hoogten brengen” gesproken!) Uiteindelijk werden de paarden zelf de voornaamste act. Tijdens ceremonies aan het hof vermaakten groepen paarden de keizer door in foutloze formatie op muziek te lopen, te buigen en te marcheren.
Deze rol werd groter tijdens de Tang dynastie en met name ten tijde van het bewind van Keizer Tang Xuanzong (degene die naar de maan ging in Shen Yun’s uitvoering vorig jaar). Xuanzong had 100 speciaal getrainde “dansende paarden” voor het koninklijk hof. Ze waren versierd met rijkelijk geborduurde tooien, gouden en zilveren halsters en in hun manen droegen ze kostbare parels en jade versierselen. Meer uitgedoste kostuums omvatten feniksvleugels en eenhoorn hoorns. Geleid door verzorgers in gele shirts en jade riemen, schudde de paarden hun hoofden, zwiepten ze hun staarten en bewogen ze op en neer op de maat van de muziek. Soms werden ze naar podia van drie verdiepingen hoog geleid voor een optreden. Bij andere gelegenheden kregen ze bekers wijn. Ze dronken deze door de bekers met hun mond te pakken en het vocht naar binnen te kantelen. Elk optreden werd verbeterd door hofmuzikanten, drummers, acrobaten, met goud gepantserde bewakers en substituut dansers (olifanten, voor het geval u nieuwsgierig bent).
Natuurlijk, toen het nieuwe van dansende paarden er af was, vermaakten de mannen en vrouwen aan het keizerlijk hof zichzelf ook met de laatste gril uit Perzië: polo!
Post (en melk) door paarden
Een millennium doorspoelend naar de Mongoolse Yuan Dynastie zien we hoe paarden niet alleen op het slagveld en in het keizerlijk paleis maar ook in het dagelijkse leven belangrijke rollen vertolkten.
Mongolen en paarden hadden lang als partners geleefd op de uitgestrekte graslanden. Melk van de merrie (ook bekend als kumis) was voor een nomade een integraal onderdeel van het dieet. Racen met paarden was het op 1 na populairste tijdverdrijf in Mongolië (na worstelen). En paarden speelden een cruciale rol in de Mongoolse verovering in de 13e eeuw. Traditionele Mongoolse dans (zoals u in Shen Yun’s optredens hebt gemerkt) bevat bewegingen die zowel galopperende paarden imiteren als lastig voetenwerk dat de bewegingen nadoet van een ruiter op de rug van een paard. Zoals de Mongolen zelf zeggen: een Mongool zonder een paard is als een vogel zonder vleugels.
Marco Polo bezocht China tijdens de Mongoolse heerschappij en rapporteerde het veelvuldig gebruik van postpaarden in het keizerrijk. Dit systeem werd eigenlijk tijdens de Tang dynastie ingevoerd. Boodschappen werden van station naar station doorgestuurd met hoge snelheid en rendement. Misschien was Keizer Xuanzong zelf wel de meest bekende klant. Hij gaf opdracht om dagelijks verse lychees te leveren in de hoofdstad vanuit de zuidelijke gebieden (meer dan 1.600 km verderop, alsof je vers geplukte sinaasappels uit Florida bestelt voor New York), en dat allemaal voor zijn favoriete concubine Yang Guifei.
Rode Haas, Witte Draak
Twee van China’s meest beroemde paarden komen uit twee klassieke romans. De eerste, Roman van de Drie Koninkrijken, heeft feitelijk niets van doen met romantiek – het is een episch gedicht geïnspireerd door China’s geschiedenis ten tijde van de Periode van de Strijdende Staten (475-221 v. Chr. ). De behendige krijger Lü Bu en zijn paard Rode Haas waren vermaard om hun krijgshaftige dapperheid.
Een gezegde in de historische Cao Man Zhuan (曹瞞傳) beschreef hen als:”Lü Bu eerste onder de mensen, Rode Haas eerste onder de paarden.” In de roman kon Rode Haas 1.000 li (ongeveer 418 km) per dag lopen, bergen beklimmen en door rivieren waden alsof het vlakke grond was. Onderwijl zijn ruiter dragend, een geharnaste krijger die niet alleen pijlen wegschoot en een speer meedroeg, maar ook een versierde hoofdtooi met meterlange fazantenveren droeg. Ofschoon zo rood als zijn naam, is er geen bewijs dat Rode Haas enige konijnen in zijn stamboom had. Wellicht kwam de inspiratie van het Duracel konijn.
De tweede roman, Reis naar het Westen, een belangrijk bestanddeel in Shen Yun’s uitvoering, verhaalt over de avonturen van een monnik uit de Tang dynastie en zijn volgelingen, de Apenkoning, Pigsy en Zandmonnik, tijdens hun zoektocht naar boeddhistische geschriften. Publiek dat bekend is met de klassieke roman herinnert zich wellicht dat de Tang Monnik nog één extra volgeling had: een magisch wit paard dat hem tijdens zijn lange reis draagt.*
Strikt genomen is hij eigenlijk geen paard, maar een van vorm veranderende draak – de derde zoon van de Drakenkoning van de Westelijke Zee. Nadat hij per ongeluk een waardevolle parel vernietigde die zijn vader van de Jade Keizer had gekregen, stond de ongelukkige zoon op de agenda voor executie. De Bodhisattva, begrijpelijkerwijze bekend als de Godin van Genade, redde hem door hem de rol toe te wijzen van reisgenoot van de Tang monnik - in de vorm van een paard.
Zijn eerste ontmoeting met de monnik was echter nogal gênant. De draak verborg zich in een stroompje toen de Tang Monnik deze overstak op zijn (eerste) witte paard. Zijn nieuwe meester niet herkennend, at de draak per ongeluk het arme dier op. Gelukkig kon de Apenkoning wat rede in hem slaan, waarop de drakenprins vrijwillig de transporttaak op zich nam. Als al je volgelingen van vorm kunnen veranderen, onder water kunnen ademen en op lucht kunnen lopen, dan lijkt het ook normaal dat je op een draak rijdt die in een paard is veranderd.
Een stabiele baan
In de hemel geregeerd door de Jade Keizer, had de Apenkoning tijdens één van zijn aanstellingen zowaar de officiële functie als Beschermer van de Paarden. Het was zijn taak om voor de stallen te zorgen van de paarden van de Hemelse Wolk. Maar verveling en luiheid (de speelplaats van de duivel) leidde hem in plaats daarvan al snel tot het stelen van de onsterfelijke perziken in de koninklijke boomgaard. Onnodig om te zeggen dat hij hierna zijn baan niet mocht behouden.
Om een lang verhaal kort te maken: het is eeuwen geleden sinds hun glorietijd in het Middenrijk (China), maar paarden hebben nog steeds een speciale plaats in het China van vandaag – en niet alleen tijdens het Jaar van het Paard. In feite is de Chinese bewoording voor een gewaardeerd ros, of 寶馬(bǎo mǎ), hetzelfde als “de ultieme rijmachine”- BMW. Dat is nu eens paardenkracht.
*We hebben in het verleden bijna het verhaal van het Witte DrakenPaard op het podium weergegeven, maar hebben nooit de sprong gewaagd. De door Reis naar het Westen geïnspireerde dans van vorig jaar had een rivier, maar het was de schuilplaats van de zandmonnik en niet de stroom van het drakenpaard. En dit jaar bevat Ne Zha een Drakenkoning en zijn paleis in de zee – maar dit is een andere familie van draken. Misschien dat onze vliegende paard-held wellicht in de toekomst zijn debuut maakt? Ik hoop het. Hij is blijkbaar in menselijke vorm een vrij goede zwaardvechter (of zwaardvechtster, afhankelijk van de omstandigheden).
Jaar van het Paard: China's hemelse paarden
4 februari 2014