Wu Song verslaat de tijger
Wu Song is een personage uit de klassieke Chinese roman De rebellen van Liang Shan Po (in het Chinees: Shuihu Zhuan). Als de veertiende van de 108 helden van de berg Liang stond hij bekend om zijn buitengewone vaardigheden in martial arts en om zijn drinkvermogen.
Op een dag passeerde Wu een klein dorpje in het district Yanggu, toen hij een bord buiten zag staan bij een lokale herberg: “Na drie kommen sterke drank red je het niet door het bos.” Wu Song was sceptisch. Hij goot vijftien kommen drank naar binnen alvorens het bos in te trekken. De waard deed al wat hij kon om hem tegen te houden, en waarschuwde hem dat er een gevaarlijke tijger rondliep. Zijn smeekbedes waren echter tevergeefs.
Dronken strompelde Wu Song op weg, diep het bos in. Vermoeid nam hij wat rust en ging liggen voor een dutje. Nauwelijks was hij in slaap gevallen of hij werd weer wakker door het gebrul van de tijger vlak bij hem. Meteen was hij weer nuchter. De ervaren vechter sprong op, dook op de tijger en doodde hem met zijn blote handen. Het nieuws van de heldhaftige overwinning ging rond als een lopend vuurtje en hij kreeg een hoge overheidspositie aangeboden in het district Yanggu.
Toen Wu Song’s oudere broer het goede nieuws hoorde verhuisde hij met zijn bruid naar Yanggu. Hij was een eenvoudige en vriendelijke man die gestoomde broodjes verkocht op straat, maar qua uiterlijk was hij volledig het tegenovergestelde van Wu Song: klein, dik en lelijk. Zijn vrouw daarentegen was een schoonheid. Helaas was ze ook een gemene bedriegster. Ze ging vreemd en vergiftigde daarna Wu Songs arme broer. Om hem te wreken doodde Wu Song de vrouw en haar minnaar, zette hun hoofden voor het altaar van zijn broer en gaf zichzelf daarna aan bij de autoriteiten. Hij was echter zo populair bij de lokale bevolking dat de rechtbank besloot zijn leven te sparen en hem slechts te verbannen naar een gevangenis in het district Mengzhou.
In de gevangenis leidde Wu Song een comfortabel leven met behulp van zijn nieuwe vriend Shi En, de zoon van de hoofdbewaarder. Shi En bezat een restaurant dat hem echter met geweld was afgenomen door een bandiet die bekend stond om zijn vaardigheden in martial arts. Om zijn vriend te helpen vocht Wu tegen de boef, joeg hem weg en nam het restaurant weer in bezit. Hij had echter weinig tijd om te genieten van zijn succes.
De schurk was razend over zijn verlies en hij probeerde Wu Song in de val te lokken en hem uit Mengzhou te laten verbannen met hulp van een paar huurmoordenaars. Gelukkig slaagde Wu Song erin om zijn bewakers te doden voordat ze hem vermoordden. Als veroordeelde crimineel had Wu Song geen andere keuze dan verder te leven als vluchteling. Op zijn reizen ontmoette hij een sympathiek echtpaar (al had de vrouw eerst geprobeerd Wu Song tot gehaktvulling te maken). Om hem te verbergen verkleedden ze hem als monnik, en Wu Song slaagde er uiteindelijk in de berg Liang te bereiken.
Daar werd hij een van de legeraanvoerders van de 108 rebellen. Tijdens een strafexpeditie onder leiding van Song Jiang om de opstand van Fang La te onderdrukken, verloor Wu Song een arm in de strijd. Na nog een overwinning was Wu Song een van de weinige overlevenden die de uitnodiging van de Keizer om terug te keren naar de hoofdstad afsloeg. Dat was een verstandige keuze: de rest die op de uitnodiging inging werd in de val gelokt en gedood. Hij bekeerde zich tot het boeddhisme in de Tempel van de Zes Harmonieën en leidde een teruggetrokken leven tot zijn natuurlijke dood op tachtigjarige leeftijd.
Bijzonder is dat Wu Song echt een historische figuur is, die genoemd wordt in vele oude bronnen en lokale archieven. Een verslag uit de noordelijke Song dynastie vertelt een verhaal waarin Wu Song een tirannieke overheidsbeambte doodde om de bevolking te beschermen.
25 juli 2011