Kung Fu en Chinese dans: Lang-verloren broeders?
U zult ongetwijfeld op enig moment legendarische kung fu meesters, panda’s of anderen gezien hebben die met flitsende bliksemvuisten door de lucht zoeven en spectaculaire technieken uitvoeren, vernoemd naar een natuur thema (“de vlinder”, “de lotus trap”, “de tornado”). Maar wist u dat deze bewegingen in klassieke Chinese dans ook te vinden zijn?
Op het eerste gezicht vertonen klassieke Chinese dans en de krijgskunsten (kung fu of wushu in het Chinees) een paar gelijkenissen. Er zijn posities en houdingen die bij beide voorkomen en beide technieken vereisen flexibiliteit, coördinatie en lenigheid. Ook kan men traditionele wapens – stokken, speren, zwaarden en dergelijke – zien bij zowel krijgskunsten als Chinese dans. Hoe komt dat? Omdat deze twee kunstvormen in dezelfde historische cultuur geworteld zijn.
Toen wushu duizenden jaren geleden voor het eerst in China verscheen, hadden haar flips en technieken een grote invloed op andere kunstvormen, waaronder Chinese opera en dans. Deze kunstvormen gebruikten bewegingen die oorspronkelijk bedoeld waren voor het slagveld en zetten deze om naar een manier van vermaak voor diverse vieringen – van alledaagse feesten tot keizerlijke banketten. In de loop der tijd ontwikkelden de krijgskunsten en klassieke Chinese dans zich tot de omvangrijke en individuele kunstvormen zoals we ze nu kennen.
Hoewel het duidelijk verschillende kunstvormen zijn, kunnen klassieke Chinese dans en de krijgskunsten soms voor dubbelgangers doorgaan. Hoe kan men dan deze eeuwenoude broeders van elkaar onderscheiden?
Hier zijn een paar manieren.
Aanwijzing #1: De intentie achter de beweging
Wanneer men probeert onderscheid te maken tussen Chinese dans en de krijgskunsten is de eerste vraag die men zich dient te stellen: wat is de intentie achter de beweging?
Traditionele krijgskunstvormen zijn puur ontworpen voor vechten en oorlogsvoering. Iedere beweging dient ofwel voor een aanval of het blokkeren van een aanval. Als men niet snel reageert, wordt men verslagen. Daarom wordt er geen overbodige sier toegevoegd bij bewegingen van traditionele krijgskunsten – ze voegen alleen bewegingen toe die overleving garanderen.
Omdat het bedoeld is voor optredens, heeft klassieke Chinese dans extra toeters en bellen. Bewegen is niet een kwestie van leven of dood, maar een manier van expressie. Met zijn rijke woordenschat kan klassieke Chinese dans d.m.v. lichaamstaal (een universele taal) elke emotie voluit ten uitvoer brengen. Soms komt men dansstijlen tegen die letterlijk krachtig van aard zijn, maar dat is slechts voor een thematische uitbeelding.
Aanwijzing #2: De noodzaak van snelheid
In tegenstelling tot het oude China, gebruiken de meeste kung fu kunstenaars tegenwoordig hun vaardigheden niet om echt te vechten. In plaats daarvan demonstreren zij tijdens verschillende gelegenheden, waaronder optredens op het podium, ingestudeerde routines – net zoals dat bij dans het geval is. Dit maakt het moeilijker onderscheid te maken tussen de eerbiedwaardige broeders.
Maar hier is nog een tip: Kijk naar hoe snel de artiest beweegt. Bij de meeste krijgskunsten geldt, hoe sneller hoe beter ( tai chi is een uitzondering). Hoewel kung fu bewegingen zeker een bepaalde vloeiendheid en ritme hebben, vereisen ze over het algemeen explosiviteit en lenigheid uitgevoerd met een Bruce Lee-achtige bliksemsnelheid.
Maar bij klassieke Chinese dans moet men de esthetische kant van iedere beweging laten zien. Als men te snel beweegt kan het publiek niet van de details van het optreden genieten. Bij het uitbeelden van een emotie is soms een lange en langzame beweging nodig die haast eindigt met een pauze midden in de lucht, alvorens in tegengestelde richting verder te gaan. Hoewel subtiel, lijken deze bewegingen bijna te exploderen van beheersing.
Aanwijzing #3: Kort of lang
Een ander duidelijk verschil is de lengte van de beweging. Van de posities tot aan de trappen en luchttechnieken, lijken de bewegingen van de krijgskunsten korter en compacter (wederom vanuit praktisch oogpunt, aangezien lange bewegingen iemand kwetsbaar maken voor een aanval en verwonding). Bewegingen van klassieke Chinese dans daarentegen zijn altijd meer open en uitgestrekt.
Dus als u krijgskunsten beoefent, probeer dan uw bewegingen langzamer te doen en ze te verlengen en het zal bijna lijken alsof u aan het dansen bent. En voor de dansers, versnel de dansbewegingen eens krachtig en snel en wellicht wordt u ook een kung fu meester.
Laatste woorden – De twee Wu´s
Van 5.000 jaar geleden tot aan de dag van vandaag toe, groeiden de twee broeders op met bijna dezelfde naam. Dat komt omdat de Chinese karakters voor dans (舞) en krijgskunsten (武) beide worden uitgesproken als wǔ. De verschillen in hoe de karakters worden geschreven, laten het verschil in hun persoonlijkheden zien.
Kijk, wanneer men de wu (武) uit de krijgskunsten uit elkaar haalt, lijkt de rechterkant op het karakter “戈”, dat een wapen weergeeft, en het linker component op -“止” – , dat stoppen betekent. Dus is de werkelijke definitie van de krijgskunst wu, vechten voor harmonie en vrede en daarmee oorlogsvoering te stoppen.
Aan de andere kant begon de wu (舞) bij dans als een pictogram van een persoon met armen die met de tijd evolueerde en ook benen kreeg. Er is een grappig oud Chinees versje: shǒu zhī wǔ zhī zú zhī dǎo zhī(“手之舞之足之蹈之”). Letterlijk vertaald: “dansen met je armen en benen”, maar het zegt eigenlijk dat als iets niet uitgedrukt kan worden d.m.v. poëzie of zang, waarom het dan niet uitbeelden met dans?
En met klassieke Chinese dans kan men bijna alles weergeven, of het nu vrolijkheid, schoonheid, mededogen of vrede is – dezelfde vrede waar de krijgskunsten uiteindelijk toe dienen.